- beetje
- beetje1{{/term}}〈het〉1 (little) bit, little♦voorbeelden:1 een beetje Frans kennen • know a little (bit of) Frenchhet beetje geld dat hij heeft • what little money he haseen beetje hoofdpijn • a slight headache, a bit of a headacheeen beetje suiker/melk graag • a little sugar/milk, please; 〈melk ook〉 a drop/spot of milk, pleasewil je nog een beetje wijn? • would you like some more wine?bij stukjes en bij beetjes • bit by bit, little by little〈spreekwoord〉 alle beetjes helpen • every little helps————————beetje2{{/term}}I 〈bijwoord〉1 [ietwat] (a) (little) bit ⇒ (a) little, rather2 [om aan te geven dat iets idioot is] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:1 dat is een beetje weinig • that's not very muchhij zal kwaad zijn, en nog niet zo'n beetje ook • he's going to be more than a little angry!hij kon zo'n beetje koken • he could cook after a fashioneen beetje vervelend zijn • 〈lastig〉 be a bit of a nuisance, be rather annoying; 〈saai〉 be rather boring, be a bit of a boreeen beetje opschieten • hurry up a bithij zat maar 'n beetje uit zijn neus te vreten • he just sat there picking his nose; 〈figuurlijk〉 he was just lazing about2 ja zeg, ik ga daar een beetje tien kilometer omrijden voor jouw plezier • if you think I'm going to make a ten kilometre detour just to please you you've got another think comingII 〈bijvoeglijk naamwoord〉 〈informeel〉1 [wat/wie ook maar enigszins zo is] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:1 een beetje technicus verhelpt dat zo • anyone who calls himself a technician could fix that in a jiffyals hij maar een beetje automonteur was, zou hij dat kunnen maken • if he knew the slightest thing about cars he'd be able to fix it
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.